Quito - Otavalo - La Mitad del Mundo - Galapagos eilanden - Latacunga - Quilotoa
Loop - Saquisili - Cotopaxi - Baños - Puyo - Riobamba - Chimborazo - project El Condór - El Nariz del Diablo - Cuenca - Ingapirca - Montañita - Guayaquil

Vier maanden op reis

Na 3 weken Guatemala en ruim 2 weken Nicaragua, werd het tijd voor Zuid-Amerika. In Managua in het vliegtuig gestapt en na een prima vlucht met Taca zaten we alweer in Ecuador. Hier hebben we zo'n 5 weken doorgebracht en ook de Galapagos eilanden bezocht. Niet goedkoop maar een absolute highlight!

Quito

Eenmaal in Quito, na even zoeken, een prima hostel (Posada del Maple) in de wijk Mariscal gevonden. Vergeleken met Nicaragua zijn de prijzen wel weer even wennen dus een kamer voor twee zat er even niet in. Ach, met z'n achten is ook gezellig! Internet bleek gratis, net als het ontbijt. Hier ook Moi leren kennen, lid van de Huaorani stam, die diep in de jungle van Ecuador leeft. Moi bleek aardig beroemd te zijn: er is al een boek ('Savages' van Joe Kane) over hem verschenen en nu werd er een film over hem gemaakt. Moi is de woordvoerder van zijn volk en probeert te voorkomen dat het leefgebied van de Huaorani verdwijnt als gevolg van illegale houtkap. Hij bleek trouwens nog op zoek naar een vrouw en het maakte hem niet uit waar ze vandaan kwam. Hij had aanvankelijk Inge op het oog maar omdat zij al bezet was, vroeg hij naar eventuele beschikbare dames in onze familie...

Moesten trouwens ook weer even wennen aan het weer. Als het zonnetje schijnt dan is het een graad of 20 maar zodra het begint te regenen, wordt het niet warmer dan 12 graden. Quito is vrij groot en ligt in een prachtige vallei: op heldere dagen kun je een aantal vulkanen zien liggen, waaronder de Cotopaxi (meer dan 5900 meter hoog). Het vliegveld ligt zowat midden in de stad en dat is bij het landen erg apart. De mensen zijn hier erg vriendelijk en behulpzaam. De eerste dag hebben we een beetje lopen lummelen en de dagen daarna hebben we te voet de 'the old town' verkend en het museum 'Banco Central' bezocht. Met een taxi (wordt aangeraden ivm veiligheid) zijn we naar de 'panecillo' gereden, waar het enorme beeld van de maagd van Quito is te bewonderen. Tevens is dit een perfecte plek voor mooie uitzichten op Quito zelf en de omringende vulkanen, mits het helder weer is...

Otavalo

Vanuit Quito een uitstapje gemaakt naar Otavalo, beroemd vanwege zijn markten. Een enkeltje kostte slechts 2 dollar, voor een rit van 2 uur! Otavalo is een leuk stadje, omgeven door vulkanen en meren en leuke Indigenas dorpjes vlakbij. 's Middags het dorpje Peguche bezocht en een kijkje genomen in een weverij. 's Avonds pizza gegeten en genoten van het optreden van een typisch, Ecuadoriaans bandje. Heerlijk, die folkloristische Andes muziek! Uiteraard een cd'tje gekocht.

Zaterdag al vroeg opgestaan om een kijkje te gaan nemen op de veemarkt en daar was het een drukte van jewelste. Jammer dat je geluid niet op een foto kunt vastleggen, met name de krijsende biggen waren erg bijzonder! Later op de dag de 'craftsmarket' bezocht. Deze markt is één van de grotere van Ecuador en overal kon je beroemde panamahoeden, wandkleden of poncho's kopen. We hadden het plan om niet te veel te kopen aangezien we nog 15 weken op pad zouden zijn maar dat is niet gelukt... Eigenlijk hadden we bij elke standje wel wat willen kopen want je ziet gewoon dat de verkopers, met name Indigenas, het geld goed kunnen gebruiken. Wij vonden het een prachtig (klein) volk, erg vriendelijk en geweldig gekleed: vrouwen dragen mooie blouses met allerlei borduursels en gouden kettingen om hun nek, de mannen hebben veelal witte broeken aan, en dragen vilte hoedjes met daaronder een gitzwarte lange vlecht.

La Mitad del Mundo

Omdat we graag weer eens op de evenaar wilden staan, brachten we een bezoek aan La Mitad del mundo, dé attractie voor de Ecuadorianen zelf. Beetje zoals de Efteling maar dan zonder de attracties en met veel eettentjes en souvenirswinkeltjes. Leuk om op de evenaar te hebben gestaan maar verder hadden wij het er redelijk snel gezien.

Galapagos eilanden

Vervolgens stonden de Galapagos eilanden op ons programma. Niet goedkoop maar absoluut een aanrader! Lees hierover meer in het reisverslag van de eilanden zelf.

Latacunga

Na een trip van 8 dagen zaten we weer in Quito. Nog even alle foto's op cd laten zetten en een dag later de bus naar Latacunga gepakt. Een rustig stadje maar dé perfecte uitvalsbasis voor een bezoek aan prachtig gelegen dorpjes als Quilotoa, de markt van Saquisili en vooral dé Cotopaxi!

Quilotoa Loop

Bij Tovar Expeditions de 'Quilotoa Loop' geboekt (prijzig!). Dit is een tocht van ongeveer 200 kilometer voor een groot gedeelte op slechte, onverharde wegen maar de moeite waard vanwege de spectaculaire omgeving en de vele Indigenas dorpjes. Het is absoluut aan te raden om op eigen houtje deze tocht met openbaar vervoer te maken maar aangezien er dagelijks maar één bus vertrekt uit de verschillende dorpjes, heb je hier zeker een week voor nodig. Met Javier, onze chauffeur/gids op tijd vertrokken en via de eerste dorpjes van de 'Loop' na ongeveer 2 uur aangekomen (de weg was hier nog prima) in het dorpje Quilotoa. Dit dorpje ligt zowat tegen het kratermeer van Quilotoa aan (3854 meter hoog) en dus was het er erg koud. Na hier kennis te hebben gemaakt met onze Indigena gids Jorge begonnen we aan onze wandeling van bijna 5 uur naar Chugchilan! Prachtig mooi, maar pittig ivm de hoogte en het telkens weer dalen en klimmen. Gelukkig hebben we nauwelijks last van de hoogte, we zijn alleen sneller buiten adem. Jorge bleek niet erg spraakzaam maar een prima gids! Hij begeleidde ons via allerlei paadjes door het geweldige landschap al bleken de paadjes al snel geen paadjes meer! Jorge had een mooiere route bedacht, dwars over de paramo (hoog gelegen grasland) maar deze bleek in werkelijkheid veel pittiger dan gedacht. Halverwege was door een landverschuiving het 'pad' verdwenen en ging het ruim 2 meter beneden ons weer verder. Geen punt voor Jorge, hij gleed gewoon langs de steile rotswand naar beneden en verwachtte van ons hetzelfde! Dat zagen we natuurlijk niet zitten maar we hadden ook geen zin om het hele stuk weer terug te lopen. Er zat dus niets anders op dan naar beneden te glijden en te vertrouwen op een goede afloop! Maar... dit ging niet helemaal lekker, je kon je amper aan de rotsen vasthouden en Inge hing half aan de rots met Jorge die alleen haar voeten vast had. Inge, hangend aan die rots, bleef maar roepen dat ze ging vallen en niet meer durfde. Op de één of ander manier is ze toch beneden terecht gekomen! Flinke schrammen op haar handen, net als Jorge vanwege Inge haar schoenen en vieze kleren tot gevolg. Simon gleed wat eleganter naar beneden maar ook hij bezeerde zich flink aan zijn elleboog. De tocht was sowieso al een beproeving vanwege de vele, valse honden. Jorge floot geregeld een deuntje om te zien of er honden in de buurt waren. Zodra hij z'n zweep pakte, wisten we genoeg. Bij een hutje werden we zowat aangevallen door 6 van die rotbeesten en Inge had het niet meer: waarom deden we deze tocht ook al weer? Ondanks het gezweet en gepuf na telkens weer een hond te hebben overleefd, toch genoten van de trip. Simon wel meer dan Inge... Aangekomen in Chugchilan, genoten van een prima lunch en afscheid genomen van Jorge (hem nog wat extra dollars gegeven aangezien hij weer de hele weg te voet terug moest naar Quilotoa). Met Javier vervolgens de rest van de prachtige 'Loop' afgelegd.

Saquisili

Op donderdagen vindt in Saquisili dé markt van de omgeving plaats en deze wilden we uiteraard niet missen. Net als in Otavalo is ook hier de veemarkt een hele happening: koeien, schapen, geiten en zelfs lama's werden verkocht. Wederom maakten vooral de gillende biggen en varkens het gebeuren compleet! De niet verkochte dieren werden aan het eind van de ochtend weer ingeladen in de pick up en dat was een heel karwei: varkens van honderden kilo's, nauwelijks te tillen met 5 man, toonden hevig verzet en er bleken meerdere pogingen nodig om zo'n beest in de toch al overvolle bak te duwen. Schapen en kippen werden in de laadbak van de bus vervoerd of gewoon op het dak gezet! Na de veemarkt nog wat kraampjes op de verschillende plaza's bezocht en redelijk op tijd weer de bus naar Latacunga gepakt.

Cotopaxi

De hoogste actieve (maar niet erg actief) vulkaan van de wereld, maar liefst 5897 meter hoog, is de Cotopaxi. Besloten om de 2-daagse klim naar de top te laten voor wat hij was aangezien we geen klimervaring hadden en dus met de jeep tot de parkeerplaats gereden (4500 meter). Hier waaide het enorm en je zag geen steek ivm de dichte mist. Toch naar de 'refugio' ofwel schuilhut geklommen. Deze ligt slechts 300 meter hoger maar je doet er zo'n 45 minuten over. Ivm de hoogte moesten we geregeld stoppen om op adem te komen. In de 'refugio' zelf was het lekker warm en de chocolademelk smaakte ons goed. Simon vertrok vervolgens met onze gids naar de sneeuw maar Inge zag dit niet zo zitten ivm lawinegevaar en de sterke wind. Die dronk lekker nog een bakkie chocolademelk...

Helaas door het slechte weer niet de top kunnen zien en dus weer naar beneden 'gegleden'. Een korte stop gemaakt bij het meer Limpiopungo en een bezoek gebracht aan het kleine museum dat nog in het park ligt. Marcelo, onze chauffeur/eigenaar van het reisbureautje waar we hadden geboekt, had broodjes geregeld met cola, fruit en zelfgemaakte popcorn en dat smaakte goed.

Baños

Baños bleek erg regenachtig en voor ons te toeristisch. Het hostal Plantas y Blanco was wel een goede keus: naast gratis internet was de douche hier van prima kwaliteit en het eten erg lekker! Baños zelf is genoemd naar de thermaalbaden die al dan niet een heilzame werking zouden hebben. De basiliek in dit dorpje is gewijd aan de maagd van het heilige water, La Señora de Agua Santa, die op miraculeuze wijze enkele inwoners van Baños behoed zou hebben van een gewisse dood omdat zij tijdens een vulkaanuitbarsting, val, ongeluk of wat dan ook, haar naam zouden hebben uitgeroepen. Er werd heel wat van dit water gedronken!

Het dorpje ligt dichtbij de Tungurahua vulkaan (5020m) waarvan de activiteit de laatste weken enorm was toegenomen. In de week dat wij er waren, bleek de activiteit juist weer minder en was het risico op een uitbarsting voor even geweken. Door het slechte weer was de vulkaan nauwelijks zichtbaar maar toch hoopten we op een kleine uitbarsting. Dus, ergens buiten Baños een weggetje opgelopen (op advies van een reisbureautje) en daar zo'n 2 uur gestaan. Net toen Simon het wel had gezien, zagen we een gigantische rookwolk uit de vulkaan komen!

Puyo

Vanuit Baños is er een spectactulaire afdaling te fietsen naar het dorpje Puyo, dat aan het begin van de jungle ligt. Vanwege het regenachtige weer besloten we deze afdaling met de bus te doen maar dit bleek heel wat minder spectaculair dan met de fiets. In Puyo zelf viel weinig te beleven en al snel zaten we weer in de bus.

Riobamba

Door de uitbarstingen van de Tungurahua vulkaan in het jaar 2000 werd de weg van Baños naar Riobamba door enorme landverschuivingen onbruikbaar maar momenteel rijden de bussen weer via deze weg. Indrukwekkend om te zien dat grote delen van de weg zijn weggevaagd. Je rijdt voornamelijk langs nieuwe zandwegen en via dunne plankjes over diepe ravijnen! Riobamba is een oké stadje en ligt dicht bij de Chimborazo vulkaan, de hoogste piek van Ecuador maar niet meer actief.

Chimborazo

Via het prima hotel 'Tren Dorado' een chauffeur/gids geregeld die al spraakwatervallend ons naar de eerste Chimborazo schuilhut bracht, op 4860 meter. En dit keer hadden we ontzettend veel geluk want het weer was perfect. Het zicht op de vulkaan en het landschap eromheen was fantastisch. Zelfs nog wat vicuña's (soort lama's) zien grazen. Omdat er lekker veel zon was en weinig wind zijn we naar de tweede schuilhut op 5000 meter geklommen. Heel confronterend zijn de herinneringsstenen van de vele beklimmers die de top van 6310 meter wilden bereiken maar nooit zijn teruggekeerd.

Project El Cóndor

Na de 'beklimming' van de Chimborazo hebben we opnieuw een project bezocht. Het project El Cóndor is een samenwerking van enkele honderden dorpsgenoten die nog steeds in kleine hutjes leven, overigens prachtig gelegen met de Chimborazo op de achtergrond. Zij zijn verenigd in een zogeheten communidad, wat wil zeggen dat zij nog niet de status van dorp hebben bereikt en het leven is hier erg primitief (pas sinds 1999 hebben ze elektriciteit). Met hulp van een Canadees heeft de gemeenschap een gemeenschapshuis gebouwd. La Casa del Cóndor, een huis in de vorm van een condor. Hier wordt gekookt, is een weefcoöperatie gevestigd en worden slaapplaatsen aangeboden aan mensen die de gemeenschap een handje willen helpen. Ook toeristen kunnen hier overnachten en zo een steentje bijdragen. El Cóndor heeft enkele deelprojecten: de vrouwen maken weefproducten die in het kleine winkeltje in de gemeenschap en op markten worden verkocht en 3 dorpsgenoten zijn 'geschoold' in gezondheidszaken en preventie van ziekten om zo de hoge kindersterfte tegen te gaan. In 1997 is hier een schooltje gebouwd voor 140 kinderen (en 4 leraren) en de kinderen die de basisschool afmaken worden gestimuleerd én financieel ondersteund om verder te studeren in de grotere plaatsen rondom de gemeenschap. Na het zien van het project en het praten met 'communityleider' Alejandro (een komische man van 1.50m hoog met gouden tanden en een soort bolhoedje) besloten we een bijdrage te geven van het door familie en vrienden gedoneerde geld. Meer informatie is te vinden op de website van het project: www.interconnection.org/condor.

El Nariz del Diablo

Vanuit Riobamba dé beroemde treintocht gemaakt naar El Nariz del Diablo. Deze trip van 6 uur gaat via een deel van de legendarische treinverbinding tussen Quito en Guayaquil waarvan de bouw in 1899 begon. Landverschuivingen, veroorzaakt door El Niño in 1982/1983 en 1997/1998, hebben de treinverbinding volledig beschadigd. Alleen het stuk Riobamba naar Sibambe is gerepareerd. Om de Duivelsneus te berijden en deze grote hoogte af te dalen is gebruik gemaakt van enkele zigzag stukken waarbij de trein dan weer vooruit dan weer achteruit gaat. Aan weerszijden van de trein gapen trouwens diepe ravijnen en om dit beter te kunnen zien, zit iedereen op het dak van enkele veewagons. Voor 1 dollar per stuk, kon je kussentjes huren en dat zat een stuk prettiger. Mocht je onderweg honger of dorst krijgen, de verkopers van chips, drankjes en snoep lopen gewoon over de daken! Bij vertrek vanuit Riobamba op 2750 meter hoogte droegen we nog onze wintermutsen, fleecetruien, windjacks en handschoenen maar tegen de tijd dat we bij de Duivelsneus waren (ruim 1000 meter lager) zaten we in onze shirts te zweten! Na de Duivelsneus reed de trein weer naar Alausi en hier zijn we in een bus gestapt naar Cuenca.

Cuenca

De derde grootste stad van Ecuador, Cuenca, heeft met ruim 400.000 inwoners de meest, koloniale sfeer van het land. Tot op heden heeft ons dat, behalve de superdouche in hotel Milano, helaas nog niet veel goeds gebracht. Bij aankomst regende het wederom en de taxichauffeur gaf ons, in het donker, een vals briefje van 10 dollar terug. Dit ontdekten we pas later. Onze digitale camera heeft ook al een tijdje kuren en na aanschaf van een nieuwe geheugenkaart, bleek het probleem niet opgelost. Voor de zekerheid maar alle foto's op cd laten zetten en al lopen rondkijken naar een nieuwe camera. Nadat een vogel vandaag ook nog eens op Inge haar trui had gescheten, hebben we 'het geluksvisje' (Inge gekregen van haar collega's) maar weer eens uit onze tas gehaald! Cuenca zelf is een leuk stadje, mits het niet regent, en een bezoek aan het museum van 'las culturas aborigenes' vonden we erg interessant. La Viña is een aanrader als je van Italiaans eten houdt.

Ingapirca

De Ecuadorianen zijn erg trots op de Incaruïnes van Ingapirca maar wij vonden de site een beetje aan de kleine kant. Met de bus bijna 3 uur heen en 3 uur terug moeten rijden om slechts 45 minuten in het hele complex te zijn! Het viel ons een beetje tegen.

Montañita

Omdat het regenachtig bleef, besloten we om niet naar het Nationale Park Las Cajas te gaan maar lekker te gaan relaxen aan de kust van Ecuador. Vier uur in de bus gezeten naar Guayaquil, daar 2 uur gewacht op het busstation en vervolgens 3 uur in de bus gezeten naar Montañita. Volgens de Lonely Planet zou Montañita een prima, rustig plaatsje zijn om te surfen en van de zon te genieten maar deze gids is van 2003 en in 3 jaar tijd blijkt er veel te kunnen veranderen! We kwamen rond 20.00 uur aan in een mega zuip- en feestgebeuren van zowel nationale als internationale toeristen en dat vonden we al meteen niks. Pech voor ons, zaten ook nog eens alle leuke hostels vol en de kamers die we nog wel konden krijgen waren te vies voor woorden. Na een uur wachten, bleek het kereltje van ons nummer 1 hostel toch nog een (achter)kamertje te hebben?! Niet echt geweldig maar we hadden een bed...

De Lonely Planet vertelt overigens niets over de 'grillo-tijd': zodra het donker is, komen tig, grote krekelachtigen te voorschijn en die vliegen in het wilde weg. Inge had er eentje in d'r haren en die wilde er niet uit! Wat bleek, ons kamertje had er tig! Volgens de Ecuadorianen zijn het absoluut geen kakkerlakken maar leken zoals wij, zien in het donker echt geen verschil. Na voor geen meter geslapen te hebben (muziek in het plaatsje ging door tot 06.00 uur 's ochtends) besloten om die middag nog dit vreselijke oord achter ons te laten. De zon leek ook niet echt te willen schijnen en het strand was niet meer dan een vuilnisbelt en een hondenschijtplek!

Guayaquil

Na dus nog geen 24 uur in Montañita te hebben doorgebracht, kwamen we weer in Guayaquil aan. Een taxi gepakt naar een hostel in het centrum, spullen gedropt en vervolgens naar het grootste winkelcentrum (á la USA) van Ecuador gereden in de hoop een nieuwe camera te kunnen kopen. Canon had als reactie op onze mail geschreven dat de camera hoogstwaarschijnlijk defect is (hebben 'm pas 2 jaar) en dat we deze naar een steunpunt moesten brengen, die ze dus niet hadden hier! Toch maar een nieuwe camera gekocht. Lekker fastfood lopen snacken en 'El Codigo da Vinci' gezien (boek is toch wel wat anders op bepaalde punten en Tom Hanks vinden we eigenlijk te jong). Komen we 's avonds buiten, blijken die 'grillos' ons te zijn gevolgd vanuit de kust, gatver! De volgende dag nog heerlijk op de Malecon rondgehangen, het prachtige wijkje Las Peñas bezocht en onder andere de vele landleguanen in het Parque Bolivar bekeken. Die leven daar gewoon en lopen de hele tijd langs je voeten heen en weer als je lekker op een bankje zit.

We hebben trouwens geregeld gehoord dat we vooral niet naar Guayaquil moesten gaan omdat het niet veilig zou zijn maar wij vonden het een prima stad! Vanuit hier ook de bus geregeld naar Peru.

Terug naar top


 


© copyright Simon and Inge