Mancora - Trujillo - Huanchaco - Huaraz - Chavin - Lagunas de Llanganuco
Lima
- Iquitos - Amazone & Muyuna - Lima - Cusco & Inti Raymi - Inca Trail
Cusco, Ollantaytambo & Pisac - Niños project & Stichting HoPe - Puno - Arequipa Colca Canyon - Nazca - Huacachina & Ica - Lima

Vier maanden op reis

Na 3 weken Guatemala, ruim 2 weken Nicaragua en 5 weken Ecuador, trokken we verder naar Peru. Hier hebben we zo'n 6 weken doorgebracht maar niet aan één stuk. Na 4 weken Peru maakten we de oversteek naar Bolivia (voor 3 weken) en na terugkeer in Peru hebben we nog 2 weken door het land gereisd. Daarna zat de trip er weer op...

Mancora

Vanuit Guayaquil (Ecuador) richting Peru vertrokken. Op zich een prima rit. Bij de grens zou de bus op ons wachten en konden we onze grote rugzakken in de laadbak laten liggen. Het wachten op een stempel duurde de chauffeur blijkbaar te lang en de bus vertrok! We wisten dat dit vaker gebeurde dus vandaar dat we meerdere keren aan de chauffeur hadden gevraagd of hij echt wel zou wachten. Stomverbaasd waren we toen hij toch wegreed. Gelukkig was er niets aan de hand, hij wilde gewoon de rest van de passagiers even in het volgende dorp afzetten!? Mancora bleek een oké plaatsje met een mooi zandstrand en veel zon. We denken wel dat Mancora over een paar jaar weinig zal verschillen met het vreselijke Montañita in Ecuador. Het hostel had zijn langste tijd gehad met een badkamer die na elke douche blank stond en een vieze cementlucht.

Trujillo

We hadden liever overdag naar Trujillo gereisd maar er vertrokken alleen nachtbussen uit Mancora. Bij aankomst waren we dus aardig brak en na zoveel dagen zon bleek ook de temperatuur hier wennen (koud!). Trujillo is een aardig, koloniaal stadje maar vooral dé plek om een aantal van de nabijgelegen archeologische sites te bezoeken zoals Chan Chan, Huaca del Sol en Huaca de la Luna.

Huaca del Sol en Huaca de la Luna zijn ruïnes, overgebleven uit de Moche periode (200 voor Chr. tot 850 na Chr.). De Moche cultuur is befaamd vanwege hun schilderingen op aardewerkpotten. Helaas blijken veel ruïnes bij ontdekking al vaak voor een groot gedeelte te zijn leeggeroofd. Huaca del Sol bleek gesloten (mogelijk voor 15 jaar of meer) maar het zicht op deze tempel vanaf Huaca de la Luna was bijzonder genoeg. Rond de tempels zie je trouwens eigenaardige, haarloze honden lopen. Ze zouden een heilzame werking hebben voor mensen met artritis: hun kale huid heeft een temperatuur van meer dan 40 graden en die zou helend werken.

De volgende dag de ruïnes van Chan Chan bezocht, die stammen uit de Chimu periode (van 850 na Chr. tot 1470 na Chr.). Deze cultuur bleek uitstekend in het smeden van goud. De stad bestond uit 9 paleizen waarvan alleen Chan Chan te bezichtigen is, een groot en indrukwekkend complex. Elke keer als een koning overleed, werd zijn paleis gesloten en vertrok zijn zoon naar zijn eigen, reeds gebouwde paleis. De 90 vrouwen van de koning gingen overigens levend mee het graf in! 's Middags met z'n allen (waren op stap met nog een Nederlands stel) in een krak van een knalblauwe kever gestapt om ook nog de vlakbij gelegen Huaca Esmeralda en Huaca Arco Iris te bezoeken. In eerste instantie dachten we dat het niet helemaal pluis was, onze chauffeur reed compleet de verkeerde kant op, maar uiteindelijk toch op de juiste plek aangekomen. De ruïnes bleken vrij klein en dus stonden we zo weer buiten.

Huanchaco

Bedacht om hierna in een minibusje (goedkoop en makkelijk) te stappen naar Huanchaco. Dit bleek een leuk plaatsje aan de kust, waar overal de typische, rieten vissersbootjes in het zand staken. Al meer dan 2500 jaar weten alleen de inwoners van dit plaatsje hoe zo'n bootje gemaakt moet worden. Bij een tentje wat gedronken en toen begon het gedonder... De ober wilde onze 50 sol niet (zo'n 15 dollar) omdat dit een vals biljet bleek te zijn. Al de 2de keer deze reis! We hadden 's ochtends gepind en alleen bij Chan Chan betaald met 100 sol en daar een briefje van 50 teruggekregen. We waren dus 100% zeker dat het valse biljet daar vandaan kwam. We hadden het hierbij kunnen laten maar Chan Chan is wel een overheidsgebeuren en dus toch maar naar het politiebureau gegaan. Nadat we ons verhaal zo goed en zo kwaad als het ging hadden verteld, reden we met 3 politiemannen sterk naar Chan Chan in de hoop dat dit de kerel aan het loket zou afschrikken en hij ons een echt biljet zou geven. Helaas, Chan Chan was al dicht. Vervolgens nog 2 uur op het politiebureau gezeten om aangifte te doen. Pffff, dat had nou ook weer niet gehoeven.

Huaraz

De meeste reizigers nemen vanuit Trujillo de nachtbus naar Huaraz maar vanwege de prachtige natuur en bergtoppen, is een rit overdag indrukwekkender. Al vroeg de bus naar Chimbote gepakt om hier 'n kerel te ontmoeten die ons naar een goede busmaatschappij zou brengen (had de eigenaar van ons guesthouse geregeld). Kereltje stond er uiteraard niet en dus een rit bij een andere maatschappij geregeld. In een wat gammele bus richting Huaraz vertrokken. De rit door de Cañon del Pato was inderdaad prachtig maar de ravijnen waren behoorlijk diep en de boemelweg wel erg smal. Inge vond dit allemaal niet zo grappig en kneep Simons arm zowat bont en blauw. De bus reed zelfs over een scheur in de weg van maar liefst een halve meter met daarnaast alleen maar diepte... Of het oude mannetje met schep naast deze scheur, hielp met het dichten van de scheur (onbegonnen werk) dat weten we niet maar we kwamen er overheen! Later kwam het mooiste gedeelte van de trip: een prachtig zicht op met sneeuw bedekte toppen zoals die van de Alpamayo (5947m) en de hoogste van Peru, de Huascarán (6768m). Iedereen moet hier trouwens telkens lachen als we vertellen over onze 'hoogste berg' in Holland.

In Huaraz bleken de prijzen schrikbarend te zijn gestegen (onze Lonely Planet is van 2004) en met moeite hebben we voor 20 dollar een kamer kunnen krijgen. Het was wel een prachthostel met geweldige 'views' vanaf het dakterras. Huaraz zelf is een leuk stadje, vooral als de zon schijnt en je zo'n 11 pieken met sneeuw om je heen ziet. Helaas is het stadje en zijn omgeving meerdere keren getroffen door aardbevingen en daarmee gepaard gaande modderstromen. In 1970 bleek de helft van de inwoners door een aardbeving te zijn overleden!

Chavin

Eén van de grote trekpleisters in de omgeving (nou ja, ongeveer 3 uur heen en 3 uur terug) van Huaraz, naast allerlei meerdaagse trektochten en klimavonturen, zijn de ruïnes van Chavin. Dit maal een tourtje geboekt aangezien we het wel eens prettig vonden niet alles zelf te hoeven regelen. De ruïnes zijn rond 1000 voor Christus gebouwd en goed bewaard gebleven totdat de site in 1945 door landverschuivingen onder een berg aarde werd bedolven. Uit opgravingen bleek dat deze cultuur, wiskundig en astronomisch gezien, erg kundig was: zij was in staat aan de hand van de sterren, om over honderden kilometers 3 steden op 1 lijn te stichten. Getallensymboliek was voor hen ook erg belangrijk: het getal 3 stond bijvoorbeeld voor creatie en 7 voor perfectie.

Lagunas de Llanganuco

Om ook wat mee te krijgen van de Cordillera Blanca, hebben we een minibusje gepakt naar Yungay (waar bijna alle 18.000 inwoners tijdens de aardbeving van 1970 zijn omgekomen). Vanuit hier een taxi geregeld (de bus bleek al vertrokken) en na ruim een uur klimmen, bij het Llanganuco meer aangekomen: een groen/blauw meer omringd door vijf met sneeuw bedekte toppen (Huascarán 6768m, Chopicalqui 6354m, Chacraraju 6112m, Pisco 5752m en de Huandoy 6395m). Het uitzicht is zó prachtig, dit valt met geen pen te beschrijven!

Lima

Vervolgens de bus (Cruz del Sur) naar Lima genomen. Alsof je met het vliegtuig ging, zo streng waren de controles. We werden zelfs op video gezet. Naast een vechtlustige sciencefiction film en eentje met John Travolta waarvan we het einde moesten raden, werden we verrast met een lunch, een glaasje Inca Cola (gele 'limonade' en mierzoet), een heuse karaoke en bingo! De prijs: een gratis terugrit naar Huaraz. Tegen de avond in Lima aangekomen en een taxi gepakt naar Hostal de las Artes in centraal Lima, een mooi maar krakend, koloniaal pand gerund door een Nederlander. Reisgidsen schrijven dat je beter in een buitenwijk kunt verblijven maar wij vonden het hier prima en hebben ons niet onveilig gevoeld. Waren maar kort in Lima want de volgende dag zouden we alweer vroeg naar de jungle vliegen. Geen oog dicht gedaan overigens want de deurbel ging voortdurend en onze buren beleefden een lange, wilde nacht!

Iquitos

Na een rappe vlucht in Iquitos aangekomen waar iemand van Muyuna Lodge ons stond op te wachten. Speciaal voor een jungletocht in dit gebied gekozen omdat we graag de Amazone eens van dichtbij wilden zien en dit gebied alleen met vliegtuig of boot is te bereiken. Na rubberlaarzen te hebben geregeld (die ook echt nodig waren) en een beetje door Iquitos te hebben gewandeld, stapten we in een bootje...

Amazone & Muyuna

Na drie uur varen over de Amazone, zagen we in de verte Muyuna Lodge liggen: zo'n 130 km ten zuiden van Iquitos en aan een zijarm van de Amazone, de Yanayacu rivier. Het voelde al meteen als echte jungle: houten hutjes en rare geluiden op de achtergrond. De hitte en vochtigheid viel ons niet tegen en als de zon niet scheen was het zelfs fris. Een koude douche bleek dan ook niet verfrissend maar gewoon koud! De voorzieningen, het eten en het personeel was prima muv onze gids. Hij wist ontzettend veel van de jungle en kon wildlife al van verre zien, ruiken en horen maar miste wat sociale vaardigheden en had duidelijk een alcoholprobleem. Met hem en een Frans stel de jungle achter de lodge ingetrokken en gelijk de poncho's uitgeprobeerd tegen de regen en muggen. Niet eerder zoveel muggen gezien en de spray met 40% deet deed ze niks, ze staken gewoon door je kleren heen! Met een kapmes werd van alles weggehakt om een soort van pad te creëren en geregeld zakten we tot onze knieën in de modder. Met name vogels en kleine apen gezien. Brulapen alleen gehoord. De dieren bleken hier erg schuw en door de dichtbegroeide jungle moeilijk te spotten, zelfs met een verrekijker. En als we wat zagen, bewoog het zo snel dat een foto maken niet lukte. Uiteindelijk tijdens deze 3 dagen toch nog een hele waslijst aan vogels gezien (met name vroeg in de ochtend), apen (doodshoofdaapjes en klauwaapjes), luiaarden, boomratten, tarantula's, vlinders, leguanen en roze rivierdolfijnen. 's Avonds met het bootje ook de rivier opgegaan en onder andere vleermuizen, boomkikkers, kaaimannen (onze gids haalde de kleintjes zo uit het water, een actie die wij niet zo konden waarderen) en een boa constrictor gezien.

Vissen behoorde ook tot de opties en hoewel Simon dit aanvankelijk niet zag zitten, riep hij het hardst van allemaal als hij er eentje had gevangen. Supermoderne hengels heb je niet nodig: een bamboestok met visdraad en een simpel haakje is voldoende! Het vissen resulteerde in een wedstrijdje tussen Frankrijk en Nederland maar de stand was zowat gelijk. Zelfs piranha's gevangen, weliswaar kleintjes maar toch. Tijdens het avondeten werden de gevangen vissen, met kop en al geserveerd. Voor de liefhebbers!

Dat het laagwater was, kwamen we de derde dag te weten toen onze gemotoriseerde kano vast kwam te zitten in de waterplanten. We hadden net daarvoor op het water een overstap gemaakt naar kleine kano's en een stuk gepeddeld, maar nu zaten we weer in de motorboot (door het geluid alleen al, sloegen de dieren op de vlucht) op weg naar een nabijgelegen meer. Het meer uiteindelijk niet bereikt omdat we gewoonweg niet door de planten heen kwamen. Terug lukte ook niet meer omdat de schroef vast zat tussen de waterplanten en dus niet meer werkte. Peddelen bleek de enige optie en dat was voor Simon iets te veel van het goede in dit klimaat. Hij kreeg een acute zweetaanval en trok steeds bleker weg. Weer terug bij de lodge zorgde Simon voor heel wat visvoer. De laatste dag toch op pad gegaan (Simon voelde zich gelukkig wat beter) om met het bootje en daarna te voet, de prehistorisch uitziende Hoatzin te gaan spotten. Na 45 minuten hakwerk in de jungle bij een moeras aangekomen waar we een duidelijk zicht hadden op twee van zo'n vogels. Zien er inderdaad erg prehistorisch uit.

Na de lunch weer vertrokken richting Iquitos, ditmaal in een gammel bootje met bewoners: grote, dikke spinnen! Het begon ook nog eens te stortregenen en het bootje bleek niet waterproof. Het regende binnen en de motor moest telkens opnieuw met een schroevendraaier worden gestart.

Lima

Terug in Lima hadden we dit keer wat meer tijd. Normaal hangt er rond deze tijd van het jaar een dichte mist (de garúa) boven de stad, waar de zon maar moeilijk doorheen kan komen. Gelukkig voor ons brak de zon toch door en was het zelfs aangenaam weer om door het oude centrum van Lima te wandelen. De belangrijkste highlights bezocht zoals de kathedraal, de Plaza de Armas en het regeringspaleis waar we net op tijd waren voor de wisseling van de wacht. Ook een bezoek gebracht aan de San Francisco kerk met zijn catacombes (vroeger een openbare begraafplaats waar nu nog van ongeveer 25.000 man de botten te zien zijn) en de Chinese wijk. De volgende dag op aanraden van onze hoteleigenaar naar een leuk tentje in de wijk San Isidro geweest, waar we de wedstrijd Nederland-Argentinië hebben gezien. Deze wijk is duidelijk bedoeld voor de rijkere Peruaan (dure winkels en mooie huizen) en buitenlanders. Nu bleek je hier ook een bord friet met frikadel speciaal te kunnen bestellen en dat konden we niet weerstaan. Het bleek echter wel de duurste maaltijd tot nu toe!

Cusco & Inti Raymi

Vanuit Lima opnieuw het vliegtuig gepakt, dit keer naar Cusco. Hadden van te voren al een kamer geregeld in het Niños II hotel. Echt een aanrader: vriendelijk personeel, heerlijk ontbijt en een prima kamer. Zaten hier natuurlijk niet voor niets: in 1996 vertrok Jolanda van de Berg naar Peru om iets te gaan doen voor de vele staatkinderen. Ze begon met kinderen in huis te nemen en inmiddels zijn er 5 kinderrestaurants geopend en 3 hotels. Niños II behoort tot één van deze hotels en achter het hotel zit ook zo'n kinderrestaurant maar hierover later meer.

Verder moesten we even wennen aan de hoogte, de prijzen en de kou (zo'n 6 graden). En Cusco zelf? De stad heeft zeker zijn charme met zijn smalle straatjes en kinderkopjes maar wij vonden het net iets te toeristisch. Waarschijnlijk waren er zoveel toeristen vanwege het aankomende Inti Raymi feest (24 juni) en daar hadden we geen rekening mee gehouden. De entreeprijzen van bezienswaardigheden bleken trouwens aanzienlijk hoger dan in onze reisgids stond vermeld en als we iets van de stad wilden zien, waren we 'verplicht' om een dure 'boleto turisto' (23 dollar per persoon maar ook geldig voor ruïnes) te kopen. Voor de kathedraal moesten we weer een aparte 'boleto religioso' aanschaffen.

Niet alles bleek open op de dagen dat we hoopten ivm het jaarlijkse feest van Inti Raymi maar gelukkig bleek zo'n 'boleto' 10 dagen geldig. Dus, net als de inwoners van Cusco en alle toeristen, het feest van Inti Raymi bijgewoond en dat vonden we erg bijzonder. Dit feest stond bij de Inca's bekend als het feest van de Zon en het begin van de winter. Wetenschappelijk gezien begint het nieuwe jaar op 21 juni maar de zon blijft vervolgens een paar dagen om 12 uur 's middags op dezelfde plaats staan. Pas op 24 juni wordt een opwaartse beweging zichtbaar en vandaar dus dit feest op 24 juni. De dagen ervoor wordt er al gefeest en vooral veel gedronken maar de echte happening begint de 24ste
's ochtends bij de ruïnes van Coricancha. Vanuit hier vertrekt de parade met 'Inca koning en koningin', allen verkleed in Inca kledij, naar de Plaza de Armas en verder. De optocht eindigt uiteindelijk bij de ruïnes van Sacsayhuamán ook wel 'sexy woman' genoemd. Meer dan 200.000 mensen komen hier samen om het optreden (ruim 500 figuranten) bij te wonen. Kaartjes om het hele gebeuren van dichtbij te zien kosten maar liefst 80 dollar maar de meesten bekijken de happening vanaf de omliggende heuvels. Wij dus ook. Vroeger werd er een heuse lama geslacht maar dat is inmiddels verboden.

Toen het feest eenmaal voorbij was, vertrokken gelukkig ook de meeste toeristen en dat maakte Cusco een stuk aangenamer. Bovendien konden we nu ook de Inca ruïnes in de omgeving van Cusco bezoeken zoals die van Tambo Machay, Puca Pucara, Qenko en Sacsayhuamán (maar nu zonder feestgedruis). Aangezien we de Inca Trail gingen lopen, wilden we de Heilige Vallei voor later bewaren en het een beetje rustig aandoen. De avond voor onze Inca Trail hebben we nog een korte briefing gehad bij SAS Travel, waar we onze trip hadden geboekt (www.sastravelperu.com). In 20 minuten werden we voorgesteld aan onze gidsen, Leo en José, en kregen we meer uitleg over de tocht. Ook ontvingen we een grote tas om onze bagage (9 kilo) en de zeer dunne matrasjes (via SAS gehuurd) in te doen. Slaapzakken hadden we zelf al 3 maanden lopen meeslepen.

Inca Trail

En toen was het zover! Vanuit Cusco al vroeg met de bus vertrokken naar Ollantaytambo. Hier nog even met z'n allen ontbeten en vervolgens met de bus verder gereden naar kilometerpaal 82. Hier ontmoetten we de dragers, die onze 9 kilo aan bagage zouden meesjouwen. Besloten om geen bamboestokken te kopen (slechts 1 dollar) aangezien we wandelstokken tijdens eerdere hikes als ondingen hebben ervaren. Na de verplichte, administratieve handelingen aan het begin van de Inca Trail dan eindelijk begonnen met de tocht. Er zijn meerdere trails naar de heilige stad Machu Picchu, onze route ging over de heilige trail. Een goed begin is het halve werk en dus namen we eerst een hangbrug (vindt Inge altijd erg fijn) over de Urubamba rivier, kwamen de muskieten ons aan de overkant tegemoet, bleek de zon wel erg fel te zijn en was het eerste kwartier al meteen zwaarder dan we hadden gedacht. Maar, daarna bleek het een prima wandeling langs kleine hutjes, Inca ruïnes en prachtige natuur. Aangekomen bij onze lunchplek bleek al snel hoe zeer we zouden worden verwend. De dragers (die in een heel wat rapper tempo de trail lopen met 25 kilo op hun rug en daarvoor slechts een hongerloontje krijgen) hadden al een grote tent opgezet waar we een heerlijke lunch geserveerd kregen (3 gangen). We zijn geen enkele kilo kwijtgeraakt tijdens de Inca Trail want de maaltijden tijdens deze tocht waren de beste tot nu toe! Onderweg nog wat kindersnoetjes aan het lachen weten te krijgen door ballonnen en plakplaatjes uit te delen. Eenmaal op de campsite bleken de tentjes ook al klaar te staan...

Na een mindere nacht (koud en door een lichte helling tegen het tentdoek aangeplakt) werden we gewekt met een: ¨Goede morgen, lusten jullie een kopje thee?¨ De cocathee, goed tegen de hoogte en met echte cocabladeren, maakte plaats voor kamillethee omdat we van de cocathee maagpijn kregen. De tweede dag was flink zwaarder omdat we 'Dead Woman's Pass' over moesten. Zo genoemd omdat je in de formatie van de bergen een vrouw op haar rug zou zien liggen. Na elke 100 meter klimmen moest er weer gestopt worden om op adem te komen. Na veel gepuf bij de pas aangekomen, het hoogste punt van onze tocht: 4200 meter. Na dit moment te hebben vastgelegd op een groepsfoto (we hadden echt een geweldige groep van 13 man uit: Engeland, Ierland en de USA) begon het dalen... Als het aan Inge lag, zouden we alleen maar klimmen. Het viel namelijk niet mee om via ongelijke en veel te hoge treden te moeten dalen, funest voor je knieën. Aangekomen bij de campsite voor de tweede nacht, viel iedereen zowat neer. Na weer prima te hebben gegeten, dook iedereen redelijk op tijd zijn tent in. Aangezien deze nacht nog kouder zou worden, werden onze waterflessen gevuld met kokend water en hadden we ieder een eigen kruikje. Geen luxe waren trouwens de smerige wc's (met name hurktoiletten) en jezelf wassen behoorde ook niet echt tot de mogelijkheden...

De volgende ochtend bleken we wederom tegen het tentdoek geplakt en hadden we het 's nachts, ondanks het kruikje, toch nog koud gehad. Het kopje warme thee maakte dit meer dan goed. Na een stevig ontbijt begon het geklim opnieuw en eerlijk gezegd vonden wij deze dag net zo zwaar of misschien nog wel zwaarder dan de tweede dag. Bovendien werkte het weer even niet mee. Na 2 dagen zon was het nu mistig en regenachtig. De ruïnes van Runkurakay bezocht en vervolgens doorgeklommen naar de ruïnes van Sayamarca. Deze laatste plek gaf een goed beeld van de rituele baden, hun ingenieus watermanagement en typische bouwtechnieken. Door de mist helaas weinig kunnen zien van wat normaal een 'unforgettable' uitzicht zou moeten zijn. Na de derde en laatste pas (4000 meter) de ruïnes van Puyupatamarca ofwel 'stad boven de wolken' bezocht. Daarna ging het, via steile en smalle treden, weer 'downhill'. Kwamen één voor één de campsite binnengestrompeld... Popcorn en thee stond alweer klaar. Hierna kon je de ruïnes van Huinay Huayna bezoeken maar omdat het al bijna donker was, hebben we deze ruïnes laten schieten en gekozen voor een warme douche. Na het eten een kleine dankceremonie voor de dragers en de kok gehouden en vroeg naar bed gegaan. Onze knieën waren zo pijnlijk dat buigen maar moeizaam ging. Een toiletgang van Inge duurde zowat 20 minuten!

Maar, Ibuprofen doet wonderen en zo konden we de volgende dag weer fris op pad. Al vroeg, om 4 uur, werden we gewekt. De poorten van het park zouden pas om half zes opengaan maar om niet achteraan in de rij te komen staan, stonden we dus al om 5 uur te wachten. Daarna een uur lang met hoofdlamp in het donker gelopen met een afgrond aan de ene kant (maar goed dat je niets zag in het donker) en jungle aan de andere kant. Na een flinke klim aangekomen bij de Sungate ofwel Inti Punku waar we in de verte Machu Picchu zagen liggen. Indrukwekkend! Het duurde nog zo'n 40 minuten voordat we echt bij het complex waren en daar bleken helaas al mensen in de ruïnes te zijn. De site gaat blijkbaar al om 06.00 uur open, niks geploeter gewoon met de trein. Na bijna twee uur met onze gidsen door de ruïnes te hebben gelopen vervolgens zelf nog wat lopen slenteren door dit nog niet eens zo oude complex, van 1200 tot 1400 na Christus.

Met de bus vervolgens naar Aguas Calientes gegaan waar een lekkere lunch werd geserveerd. Na nog even door het toeristische plaatsje te hebben gewandeld, met z'n allen de trein gepakt naar Ollantaytambo en hier in de bus gestapt naar Cusco. De Inca Trail en Macchu Picchu vonden we, naast de Galapagos eilanden, één van de hoogtepunten van onze reis en is echt een aanrader!

Cusco, Ollantaytambo & Pisac

Eenmaal weer terug in Cusco de stad nog wat verder verkend en op eigen houtje (taxi geregeld) een trip gemaakt naar de Heilige Vallei om de Inca ruïnes van Ollantaytambo en Pisac te bezichtigen. Beide sites vonden we de moeite waard en liggen in een prachtige omgeving. In Pisac ook de markt bezocht en enkele souvenirs gekocht. We wilden met de bus teruggaan maar dat bleek niet zo gemakkelijk. Blijkbaar is het op marktdagen altijd erg druk en iedereen wil met de bus mee. We hebben dan ook heel wat bussen moeten laten schieten, propvol zaten ze. Uiteindelijk nog moeten staan maar we hadden tenminste een terugrit.

Niños project & Stichting HoPe

Zoals hierboven al verteld, hebben we in Cusco overnacht in één van de drie Niños hotels. Niet echt goedkoop voor de budgetreiziger maar het idee dat we hiermee een goed doel konden steunen, sprak ons erg aan. De kamers zijn dik in orde, ze hebben warm water (en kacheltjes), het eten is heerlijk en het personeel ontzettend vriendelijk. In 1996 vertrok Jolanda van den Berg voorgoed naar Peru om hier straatkinderen te gaan helpen. Ze begon met het adopteren van enkele kinderen (gezin groeide uit tot 12), waarna er nog 2 adoptiegezinnen bijkwamen, er 5 restaurants speciaal voor maar liefst 500 straatkinderen werden geopend en er in totaal 3 hotels werden gebouwd om niet geheel afhankelijk te zijn van donateurs. We hebben twee van deze restaurants bezocht, één daarvan bevond zich achter ons hotel Niños II. Het project en het hotel worden strikt gescheiden gehouden en de restaurants bezoek je als de kinderen afwezig zijn. In de loop van de ochtend komen de kinderen bijna geruisloos binnen. Nou ja, op een paar na waardoor een wekker niet echt nodig was. In Cusco blijken naar schatting nog duizenden kinderen op straat te leven, de meeste afkomstig uit afgelegen, armoedige bergdorpjes. Veel ouders hopen op een betere toekomst voor hun kroost, sturen daarom hun kinderen naar school in Cusco en huren hier vaak voor weinig geld een kamertje. De kinderen, vaak niet ouder dan een jaar of 7, moeten het zelf zien te rooien (al komen sommige ouders één keer in de maand wat geld brengen) of worden achtergelaten bij een ver familielid, die vaak op meerdere vlakken misbruik van de kinderen maakt. Met name via scholen worden de armste kinderen eruit gepikt en hen wordt, indien mogelijk met toestemming van de ouders, 2 keer per dag, 6 dagen in de week, een maaltijd aangeboden in één van de kinderrestaurants. Ook wordt geleerd hoe belangrijk hygiëne is, worden ze geholpen met het maken van huiswerk en krijgen ze gymles (voor velen een uitlaatklep om hun agressie kwijt te raken). Drie keer per week is er een arts in huis (veel kinderen hebben last van telkens weer terugkerende parasieten en luizen) en ook tandartsbezoeken worden geregeld. De faciliteiten zien er prima uit maar als je beseft dat ze maar 2 keer per week onder de douche kunnen omdat elke dag 125 kinderen schoonschrobben niet haalbaar is, moet je toch wel even slikken. Aanvankelijk wilden ze niet eens onder de douche want voorheen deden ze dit ook niet en je onderbroek uittrekken was al helemaal taboe! Het grote minpunt van Niños vinden we het feit dat het een 'dagopvang' is en veel kinderen het 's avonds toch weer in hun eentje, of met broers en zusjes, moeten zien te redden. Bovendien mogen ze maar tot hun 12de jaar de restaurants bezoeken. We begrijpen dat je ergens een grens moet trekken maar 12 jaar is wel erg jong om op eigen benen te moeten staan! We hopen dan ook dat in de toekomst deze leeftijdsgrens wordt veranderd of dat er een apart project voor de oudere kinderen wordt gestart. Voor nu hopen we dat ze in ieder geval een goede basis krijgen.

Ook nog geprobeerd om één van de projecten van Stichting HoPe in de afgelegen bergdorpjes te bezoeken maar dat is niet meer gelukt. In de tijd dat wij in Cusco zaten, ging niemand van Stichting HoPe richting één van deze dorpjes. Wel veel informatie over de verschillende projecten te horen gekregen tijdens een bezoek aan een jongenstehuis in Cusco, waar HoPe overdag een recreatieprogramma aanbiedt. Erg interessant om te vernemen dat de lokale bevolking bij de projecten wordt betrokken. Wat heeft het voor zin als de mensen zelf niet achter een project blijken te staan? Zo hoorden wij in Nicaragua het verhaal van een gebouwde waterput die niet meer wordt gebruikt omdat de bevolking liever vies water uit de dichtbij gelegen rivier haalt dan uren moet lopen naar zo'n waterput.

Met dank aan familie, vrienden en collega's hebben we wederom een mooi bedrag aan beide projecten kunnen schenken!

Puno

Gelukkig nog net een bus kunnen regelen voor de dag dat we wilden vertrekken aangezien de volgende dag de wegen geblokkeerd zouden zijn ivm stakende boeren. Puno ligt op maar liefst 3830 meter hoogte aan het Titicaca meer en vonden wij niet zo bijzonder. Het heeft één leuk straatje maar daar is alles mee gezegd. We hadden een kamer in het Pinos hotel dat volgens de Lonely Planet geweldig zou zijn, met name qua vriendelijkheid. Dat vonden wij dus niet. Er bleek geen 24 uur warm water te zijn (al hadden we dit maar liefst 4 keer gevraagd) en vriendelijk waren ze absoluut niet. Toch na het ontbijt gevraagd of we nog een nacht konden blijven aangezien de kamer wel oké was. Dit bleek geen probleem. Totdat de eigenaar ineens kwam vertellen dat we acuut moesten vertrekken, er was toch eigenlijk geen plek meer. Hij begon over bestaande reserveringen en dat we meteen onze kamer moesten verlaten. Inmiddels was het al 09.00 uur en om 09.15 werden we opgehaald voor een trip naar de rieteilanden. Volgens hem zouden de volgende gasten pas 's avonds arriveren en dus vroegen we of we de tassen na de trip mochten inpakken. Dit was absoluut onmogelijk en we moesten in een kwartier tijd de hele zooi inpakken. Begrepen er niets van. Waarschijnlijk hebben ze bewust niet gevraagd hoe lang we wilden blijven om zo toch een kamer gevuld te hebben. 's Ochtends zullen er wel gasten naar een kamer hebben gevraagd en dan voor meer nachten dan dat wij voor ogen hadden. De eigenaar was een vreselijke vent en uiteindelijk zijn we behoorlijk over de pis vertrokken. Onze spullen in het busje gelegd dat ons kwam halen voor de trip naar de rieteilanden en al rijdend door Puno het Uros hotel geregeld: vriendelijke mensen en heel wat goedkoper.

Na dit gezeur, 's ochtends toch nog genoten van de (ietwat toeristische) trip naar de Uros rieteilanden in het meer van Titicaca. De Uros hebben jaren geleden hun toevlucht gezocht op deze eilanden van riet om te ontsnappen aan de heerszucht van de Colla's en Inca's en wonen daar nog steeds. 's Middags nog een trip gemaakt naar de graftorens van Sillustani, waarin de Colla's hun overledenen, zittend en wel, begroeven.

Arequipa

Vanuit Puno de bus gepakt naar Bolivia en na 3 weken weer via Puno in Peru teruggekeerd. In Puno moeten overstappen op de bus naar Arequipa en deze tocht (met Alas del Sur) was weer eens zeer onprettig: slechte weg, een te hard rijdende chauffeur en koud! In Juliaca hebben we een uur gewacht om de bus vol te krijgen. Laat in Arequipa aangekomen waar we werden opgehaald door iemand van ons geboekte hotel. De kamer bleek niet super de super maar niet duur dus toch maar gebleven.

Arequipa, de 2de stad van Peru, vonden we echt geweldig. Het weer is aangenaam, de mensen zijn vriendelijk en de stad is mooi en gezellig. De meeste huizen zijn wit en Arequipa wordt dan ook 'la Ciudad Blanca' genoemd. Het Santa Catalina klooster is een aanrader, net als het museum waar Juanita is te zien. Juanita, gevonden op de berg Ampato, was één van de uitverkoren kinderen, die door de Inca's werd geofferd om hun goden gunstig te stemmen. Omdat ze al die jaren in het ijs heeft gelegen, is haar lichaam nog helemaal intact (zie foto's van haar op http://www.ucsm.edu.pe/santury).

Colca Canyon

Uiteraard net als alle andere toeristen ook een bezoek gebracht aan de Colca Canyon in de hoop condors te spotten. Een trip geboekt bij Giardino (alles prima geregeld) en voor 2 dagen er op uit getrokken. Onderweg mooie uitzichten op vulkanen en ook nog een aantal lama's, alpaca's en vicuñas gezien. 's Avonds heerlijk gebadderd in de thermaal-baden van het dorpje Chivay. De volgende dag al vroeg vertrokken naar Cruz del Condor waar we na een kwartiertje wachten de één na de andere condor voorbij zagen vliegen. Zelfs vlak boven je hoofd, absoluut de moeite waard!

Nazca

Vanuit Arequipa de nachtbus naar Nazca gepakt waar we onze spullen mochten stallen bij hotel Alegria (de dag ervoor zo geregeld). Hier een licht ontbijt genomen omdat we rond 11.00 uur over de Nazca Lijnen zouden vliegen en ondanks dat dit volgens vele geen prettige vlucht is, is dit wel de beste manier om de lijnen te zien. De betekenis van deze lijnen en figuren, midden in de woestijn en gemaakt door de Nazca's, zijn tot op de dag van vandaag een raadsel, al zijn er genoeg theorieën bedacht. Ivm de mist werd de vlucht echter verschoven naar de namiddag en bezochten we eerst het Cementerio de Chauchilla. Dit kerkhof werd tussen 1000 en 1300 voor Chr. door de Nazca's gebruikt. Voorheen lagen de mummies kriskras door de woestijn, door grafschenders zo achterge-laten, maar nu zijn ze in een twaalftal graven ondergebracht. Wij vonden het er maar luguber uitzien. Terug in Nazca, na een lichte lunch, nog een beetje rondgelopen en vervolgens met Alegria Tours naar het vliegveld gegaan. Hier bleek echter dat er geen reservering was gemaakt, voor niemand van onze groep! Na een hoop gezeur werd ons gezegd dat één koppel moest splisten of dat er anders niemand meer zou vliegen. Gelukkig mochten wij samen en dus stapten we, na bijna anderhalf uur wachten, in een piepklein vliegtuig. Voor de zekerheid toch maar een reistabletje genomen. Stijgen ging prima en de vlucht leek ook niet verkeerd, totdat we scherpe bochten gingen maken om de figuren zowel links als rechts goed te kunnen zien. Dat viel vooral bij Inge niet goed en het kotszakje, dat we alweer 4 maanden meesleepten, moest er dit keer aan geloven! Ondanks dat ze toch nog zo'n 7 van de 13 figuren wist te bewonderen, was ze vooral enorm opgelucht toen we weer op de grond stonden.

Huacachina & Ica

Nog half misselijk onze spullen opgehaald en later dan gepland de bus gepakt naar Ica, waar we pas om 21.30 uur aankwamen. Hier in een motortaxi gesprongen en na een lange dag dan eindelijk in Huacachina aangekomen, waar we een kamer hadden gereserveerd in Hostal La Rocha. Kamer was op zich oké maar omdat we hier 4 nachten zouden blijven, was het volgens het kereltje beter om de volgende dag te verhuizen naar een betere kamer met meer licht van buiten. Na een bezoek aan de bodega / wijngaard El Catador en het museum Regional (in 2004 zijn hier drie kleden van de Wari en Paracas cultuur gestolen met een waarde van maar liefst 1 miljoen dollar per stuk) kregen we onze 'nieuwe' kamer te zien. Het was echter net een afwerkhok en we begrepen niet waarom we moesten verkassen. Deze kamer was echt 10 keer slechter dan onze vorige kamer maar terug konden we niet want daar zat nu alweer iemand anders in! We hadden geen zin meer om te blijven en vertrokken naar een ander hotel. De meeste hotels zaten vol, zelfs de duurdere maar uiteindelijk een prima plek gevonden in hotel El Huacachinero (redelijk nieuw en dus nog niet beschreven in de reisgidsen). Lekker eten, een prima kamer en een groot zwembad in de tuin. Huacachina zelf is een plaatsje van niks maar ligt midden in de duinen en is dus dé plek om te sandboarden. Met een zandbuggy cross je dwars door de duinen en halverwege wordt er gestopt om te sandboarden. In het begin waren we wat afwachtend maar eenmaal op de 'plank' gaf het echt een enorme kick! Het zand zat na afloop tot in onze onderbroeken...

Lima

Een korte rit bracht ons weer in Lima, van waar we weer terug naar Nederland zouden vliegen. Nog even lekker genoten van het zonnetje in de gezellige wijk Miraflores (ligt aan zee) en een bezoek gebracht aan het museum Larco, waar we met name de sectie van 'potjes met erotische plaatjes' erg interessant vonden. 's Avonds, in het gigantische winkelcentrum Jockey Mall, Pirates of the Caribbean (Dead Man's Chest) gezien.
Na afloop de taxi gepakt maar we kregen panne en stonden midden op de snelweg stil! Beetje lastig om daar een andere taxi aan te houden maar met hulp van de politie is het toch gelukt. De volgende dag was het dan echt voorbij en vlogen we weer naar huis...

Terug naar top


 


© copyright Simon and Inge