Mancora
- Trujillo - Huanchaco - Huaraz - Chavin - Lagunas
de Llanganuco
Lima -
Iquitos - Amazone & Muyuna - Lima - Cusco &
Inti Raymi - Inca Trail
Cusco, Ollantaytambo & Pisac - Niños project
& Stichting HoPe - Puno - Arequipa Colca Canyon
- Nazca - Huacachina & Ica - Lima
|
Vier
maanden op reis
Na
3 weken Guatemala, ruim 2 weken Nicaragua en 5 weken Ecuador,
trokken we verder naar Peru. Hier hebben we zo'n 6 weken
doorgebracht maar niet aan één stuk. Na 4
weken Peru maakten we de oversteek naar Bolivia (voor 3
weken) en na terugkeer in Peru hebben we nog 2 weken door
het land gereisd. Daarna zat de trip er weer op...
Mancora
Vanuit
Guayaquil (Ecuador) richting Peru vertrokken. Op zich een
prima rit. Bij de grens zou de bus op ons wachten en konden
we onze grote rugzakken in de laadbak laten liggen. Het
wachten op een stempel duurde de chauffeur blijkbaar te
lang en de bus vertrok! We wisten dat dit vaker gebeurde
dus vandaar dat we meerdere keren aan de chauffeur hadden
gevraagd of hij echt wel zou wachten. Stomverbaasd waren
we toen hij toch wegreed. Gelukkig was er niets aan de hand,
hij wilde gewoon de rest van de passagiers even in het volgende
dorp afzetten!? Mancora bleek een oké plaatsje met
een mooi zandstrand en veel zon. We denken wel dat Mancora
over een paar jaar weinig zal verschillen met het vreselijke
Montañita in Ecuador. Het hostel had zijn langste tijd gehad
met een badkamer die na elke douche blank stond en een vieze
cementlucht.
Trujillo
We
hadden liever overdag naar Trujillo gereisd maar er vertrokken
alleen nachtbussen uit Mancora. Bij aankomst waren we dus
aardig brak en na zoveel dagen zon bleek ook de temperatuur
hier wennen (koud!). Trujillo is een aardig, koloniaal stadje
maar vooral dé plek om een aantal van de nabijgelegen archeologische
sites te bezoeken zoals Chan Chan, Huaca del Sol en Huaca
de la Luna.
Huaca
del Sol en Huaca de la Luna zijn ruïnes, overgebleven uit
de Moche periode (200 voor Chr. tot 850 na Chr.). De Moche
cultuur is befaamd vanwege hun schilderingen op aardewerkpotten.
Helaas blijken veel ruïnes bij ontdekking al vaak voor een
groot gedeelte te zijn leeggeroofd. Huaca del Sol bleek
gesloten (mogelijk voor 15 jaar of meer) maar het zicht
op deze tempel vanaf Huaca de la Luna was bijzonder genoeg.
Rond de tempels zie je trouwens eigenaardige, haarloze honden
lopen. Ze zouden een heilzame werking hebben voor mensen
met artritis: hun kale huid heeft een temperatuur van meer
dan 40 graden en die zou helend werken.
De
volgende dag de ruïnes van Chan Chan bezocht, die stammen
uit de Chimu periode (van 850 na Chr. tot 1470 na Chr.).
Deze cultuur bleek uitstekend in het smeden van goud. De
stad bestond uit 9 paleizen waarvan alleen Chan Chan te
bezichtigen is, een groot en indrukwekkend complex. Elke
keer als een koning overleed, werd zijn paleis gesloten
en vertrok zijn zoon naar zijn eigen, reeds gebouwde paleis.
De 90 vrouwen van de koning gingen overigens levend mee
het graf in! 's Middags met z'n allen (waren op stap met
nog een Nederlands stel) in een krak van een knalblauwe
kever gestapt om ook nog de vlakbij gelegen Huaca Esmeralda
en Huaca Arco Iris te bezoeken. In eerste instantie dachten
we dat het niet helemaal pluis was, onze chauffeur reed
compleet de verkeerde kant op, maar uiteindelijk toch op
de juiste plek aangekomen. De ruïnes bleken vrij klein en
dus stonden we zo weer buiten.
Huanchaco
Bedacht om hierna in een minibusje (goedkoop en makkelijk)
te stappen naar Huanchaco. Dit bleek een leuk plaatsje aan
de kust, waar overal de typische, rieten vissersbootjes
in het zand staken. Al meer dan 2500 jaar weten alleen de
inwoners van dit plaatsje hoe zo'n bootje gemaakt moet worden.
Bij een tentje wat gedronken en toen begon het gedonder...
De ober wilde onze 50 sol niet (zo'n 15 dollar) omdat dit
een vals biljet bleek te zijn. Al de 2de keer deze reis!
We hadden 's ochtends gepind en alleen bij Chan Chan betaald
met 100 sol en daar een briefje van 50 teruggekregen. We
waren dus 100% zeker dat het valse biljet daar vandaan kwam.
We hadden het hierbij kunnen laten maar Chan Chan is wel
een overheidsgebeuren en dus toch maar naar het politiebureau
gegaan. Nadat we ons verhaal zo goed en zo kwaad als het
ging hadden verteld, reden we met 3 politiemannen sterk
naar Chan Chan in de hoop dat dit de kerel aan het loket
zou afschrikken en hij ons een echt biljet zou geven. Helaas,
Chan Chan was al dicht. Vervolgens nog 2 uur op het politiebureau
gezeten om aangifte te doen. Pffff, dat had nou ook weer
niet gehoeven.
Huaraz
De
meeste reizigers nemen vanuit Trujillo de nachtbus naar
Huaraz maar vanwege de prachtige natuur en bergtoppen, is
een rit overdag indrukwekkender. Al vroeg de bus naar Chimbote
gepakt om hier 'n kerel te ontmoeten die ons naar een goede
busmaatschappij zou brengen (had de eigenaar van ons guesthouse
geregeld). Kereltje stond er uiteraard niet en dus een rit
bij een andere maatschappij geregeld. In een wat gammele
bus richting Huaraz vertrokken. De rit door de Cañon del
Pato was inderdaad prachtig maar de ravijnen waren behoorlijk
diep en de boemelweg wel erg smal. Inge vond dit allemaal
niet zo grappig en kneep Simons arm zowat bont en blauw.
De bus reed zelfs over een scheur in de weg van maar liefst
een halve meter met daarnaast alleen maar diepte... Of het
oude mannetje met schep naast deze scheur, hielp met het
dichten van de scheur (onbegonnen werk) dat weten we niet
maar we kwamen er overheen! Later kwam het mooiste gedeelte
van de trip: een prachtig zicht op met sneeuw bedekte toppen
zoals die van de Alpamayo (5947m) en de hoogste van Peru,
de Huascarán (6768m). Iedereen moet hier trouwens telkens
lachen als we vertellen over onze 'hoogste berg' in Holland.
In
Huaraz bleken de prijzen schrikbarend te zijn gestegen (onze
Lonely Planet is van 2004) en met moeite hebben we voor
20 dollar een kamer kunnen krijgen. Het was wel een prachthostel
met geweldige 'views' vanaf het dakterras. Huaraz zelf is
een leuk stadje, vooral als de zon schijnt en je zo'n 11
pieken met sneeuw om je heen ziet. Helaas is het stadje
en zijn omgeving meerdere keren getroffen door aardbevingen
en daarmee gepaard gaande modderstromen. In 1970 bleek de
helft van de inwoners door een aardbeving te zijn overleden!
Chavin
Eén
van de grote trekpleisters in de omgeving (nou ja, ongeveer
3 uur heen en 3 uur terug) van Huaraz, naast allerlei meerdaagse
trektochten en klimavonturen, zijn de ruïnes van Chavin.
Dit maal een tourtje geboekt aangezien we het wel eens prettig
vonden niet alles zelf te hoeven regelen. De ruïnes zijn
rond 1000 voor Christus gebouwd en goed bewaard gebleven
totdat de site in 1945 door landverschuivingen onder een
berg aarde werd bedolven. Uit opgravingen bleek dat deze
cultuur, wiskundig en astronomisch gezien, erg kundig was:
zij was in staat aan de hand van de sterren, om over honderden
kilometers 3 steden op 1 lijn te stichten. Getallensymboliek
was voor hen ook erg belangrijk: het getal 3 stond bijvoorbeeld
voor creatie en 7 voor perfectie.
Lagunas
de Llanganuco
Om
ook wat mee te krijgen van de Cordillera Blanca, hebben
we een minibusje gepakt naar Yungay (waar bijna alle 18.000
inwoners tijdens de aardbeving van 1970 zijn omgekomen).
Vanuit hier een taxi geregeld (de bus bleek al vertrokken)
en na ruim een uur klimmen, bij het Llanganuco meer aangekomen:
een groen/blauw meer omringd door vijf met sneeuw bedekte
toppen (Huascarán 6768m, Chopicalqui 6354m, Chacraraju 6112m,
Pisco 5752m en de Huandoy 6395m). Het uitzicht is zó
prachtig, dit valt met geen pen te beschrijven!
Lima
Vervolgens
de bus (Cruz del Sur) naar Lima genomen. Alsof je met het
vliegtuig ging, zo streng waren de controles. We werden
zelfs op video gezet. Naast een vechtlustige sciencefiction
film en eentje met John Travolta waarvan we het einde moesten
raden, werden we verrast met een lunch, een glaasje Inca
Cola (gele 'limonade' en mierzoet), een heuse karaoke en
bingo! De prijs: een gratis terugrit naar Huaraz. Tegen
de avond in Lima aangekomen en een taxi gepakt naar Hostal
de las Artes in centraal Lima, een mooi maar krakend, koloniaal
pand gerund door een Nederlander. Reisgidsen schrijven dat
je beter in een buitenwijk kunt verblijven maar wij vonden
het hier prima en hebben ons niet onveilig gevoeld. Waren
maar kort in Lima want de volgende dag zouden we alweer
vroeg naar de jungle vliegen. Geen oog dicht gedaan overigens
want de deurbel ging voortdurend en onze buren beleefden
een lange, wilde nacht!
Iquitos
Na
een rappe vlucht in Iquitos aangekomen waar iemand van Muyuna
Lodge ons stond op te wachten. Speciaal voor een jungletocht
in dit gebied gekozen omdat we graag de Amazone eens van
dichtbij wilden zien en dit gebied alleen met vliegtuig
of boot is te bereiken. Na rubberlaarzen te hebben geregeld
(die ook echt nodig waren) en een beetje door Iquitos te
hebben gewandeld, stapten we in een bootje...
Amazone
& Muyuna
Na
drie uur varen over de Amazone, zagen we in de verte Muyuna
Lodge liggen: zo'n 130 km ten zuiden van Iquitos en aan
een zijarm van de Amazone, de Yanayacu rivier. Het voelde
al meteen als echte jungle: houten hutjes en rare geluiden
op de achtergrond. De hitte en vochtigheid viel ons niet
tegen en als de zon niet scheen was het zelfs fris. Een
koude douche bleek dan ook niet verfrissend maar gewoon
koud! De voorzieningen, het eten en het personeel was prima
muv onze gids. Hij wist ontzettend veel van de jungle en
kon wildlife al van verre zien, ruiken en horen maar miste
wat sociale vaardigheden en had duidelijk een alcoholprobleem.
Met hem en een Frans stel de jungle achter de lodge ingetrokken
en gelijk de poncho's uitgeprobeerd tegen de regen en muggen.
Niet eerder zoveel muggen gezien en de spray met 40% deet
deed ze niks, ze staken gewoon door je kleren heen! Met
een kapmes werd van alles weggehakt om een soort van pad
te creëren en geregeld zakten we tot onze knieën in de modder.
Met name vogels en kleine apen gezien. Brulapen alleen gehoord.
De dieren bleken hier erg schuw en door de dichtbegroeide
jungle moeilijk te spotten, zelfs met een verrekijker. En
als we wat zagen, bewoog het zo snel dat een foto maken
niet lukte. Uiteindelijk tijdens deze 3 dagen toch nog een
hele waslijst aan vogels gezien (met name vroeg in de ochtend),
apen (doodshoofdaapjes en klauwaapjes), luiaarden, boomratten,
tarantula's, vlinders, leguanen en roze rivierdolfijnen.
's Avonds met het bootje ook de rivier opgegaan en onder
andere vleermuizen, boomkikkers, kaaimannen (onze gids haalde
de kleintjes zo uit het water, een actie die wij niet zo
konden waarderen) en een boa constrictor gezien.
Vissen behoorde ook tot de opties en hoewel Simon dit aanvankelijk
niet zag zitten, riep hij het hardst van allemaal als hij
er eentje had gevangen. Supermoderne hengels heb je niet
nodig: een bamboestok met visdraad en een simpel haakje
is voldoende! Het vissen resulteerde in een wedstrijdje
tussen Frankrijk en Nederland maar de stand was zowat gelijk.
Zelfs piranha's gevangen, weliswaar kleintjes maar toch.
Tijdens het avondeten werden de gevangen vissen, met kop
en al geserveerd. Voor de liefhebbers!
Dat
het laagwater was, kwamen we de derde dag te weten toen
onze gemotoriseerde kano vast kwam te zitten in de waterplanten.
We hadden net daarvoor op het water een overstap gemaakt
naar kleine kano's en een stuk gepeddeld, maar nu zaten
we weer in de motorboot (door het geluid alleen al, sloegen
de dieren op de vlucht) op weg naar een nabijgelegen meer.
Het meer uiteindelijk niet bereikt omdat we gewoonweg niet
door de planten heen kwamen. Terug lukte ook niet meer omdat
de schroef vast zat tussen de waterplanten en dus niet meer
werkte. Peddelen bleek de enige optie en dat was voor Simon
iets te veel van het goede in dit klimaat. Hij kreeg een
acute zweetaanval en trok steeds bleker weg. Weer terug
bij de lodge zorgde Simon voor heel wat visvoer. De laatste
dag toch op pad gegaan (Simon voelde zich gelukkig wat beter)
om met het bootje en daarna te voet, de prehistorisch uitziende
Hoatzin te gaan spotten. Na 45 minuten hakwerk in de jungle
bij een moeras aangekomen waar we een duidelijk zicht hadden
op twee van zo'n vogels. Zien er inderdaad erg prehistorisch
uit.
Na
de lunch weer vertrokken richting Iquitos, ditmaal in een
gammel bootje met bewoners: grote, dikke spinnen! Het begon
ook nog eens te stortregenen en het bootje bleek niet waterproof.
Het regende binnen en de motor moest telkens opnieuw met
een schroevendraaier worden gestart.
Lima
Terug
in Lima hadden we dit keer wat meer tijd. Normaal hangt
er rond deze tijd van het jaar een dichte mist (de garúa)
boven de stad, waar de zon maar moeilijk doorheen kan komen.
Gelukkig voor ons brak de zon toch door en was het zelfs
aangenaam weer om door het oude centrum van Lima te wandelen.
De belangrijkste highlights bezocht zoals de kathedraal,
de Plaza de Armas en het regeringspaleis waar we net op
tijd waren voor de wisseling van de wacht. Ook een bezoek
gebracht aan de San Francisco kerk met zijn catacombes (vroeger
een openbare begraafplaats waar nu nog van ongeveer 25.000
man de botten te zien zijn) en de Chinese wijk. De volgende
dag op aanraden van onze hoteleigenaar naar een leuk tentje
in de wijk San Isidro geweest, waar we de wedstrijd Nederland-Argentinië
hebben gezien. Deze wijk is duidelijk bedoeld voor de rijkere
Peruaan (dure winkels en mooie huizen) en buitenlanders.
Nu bleek je hier ook een bord friet met frikadel speciaal
te kunnen bestellen en dat konden we niet weerstaan. Het
bleek echter wel de duurste maaltijd tot nu toe!
Cusco
& Inti
Raymi
Vanuit
Lima opnieuw het vliegtuig gepakt, dit keer naar Cusco.
Hadden van te voren al een kamer geregeld in het Niños
II hotel. Echt een aanrader: vriendelijk personeel, heerlijk
ontbijt en een prima kamer. Zaten hier natuurlijk niet voor
niets: in 1996 vertrok Jolanda van de Berg naar Peru om
iets te gaan doen voor de vele staatkinderen. Ze begon met
kinderen in huis te nemen en inmiddels zijn er 5 kinderrestaurants
geopend en 3 hotels. Niños II behoort tot één
van deze hotels en achter het hotel zit ook zo'n kinderrestaurant
maar hierover later meer.
Verder
moesten we even wennen aan de hoogte, de prijzen en de kou
(zo'n 6 graden). En Cusco zelf? De stad heeft zeker zijn
charme met zijn smalle straatjes en kinderkopjes maar wij
vonden het net iets te toeristisch. Waarschijnlijk waren
er zoveel toeristen vanwege het aankomende Inti Raymi feest
(24 juni) en daar hadden we geen rekening mee gehouden.
De entreeprijzen van bezienswaardigheden bleken trouwens
aanzienlijk hoger dan in onze reisgids stond vermeld en
als we iets van de stad wilden zien, waren we 'verplicht'
om een dure 'boleto turisto' (23 dollar per persoon maar
ook geldig voor ruïnes) te kopen. Voor de kathedraal moesten
we weer een aparte 'boleto religioso' aanschaffen.
Niet
alles bleek open op de dagen dat we hoopten ivm het jaarlijkse
feest van Inti Raymi maar gelukkig bleek zo'n 'boleto' 10
dagen geldig. Dus, net als de inwoners van Cusco en alle
toeristen, het feest van Inti Raymi bijgewoond en dat vonden
we erg bijzonder. Dit feest stond bij de Inca's bekend als
het feest van de Zon en het begin van de winter. Wetenschappelijk
gezien begint het nieuwe jaar op 21 juni maar de zon blijft
vervolgens een paar dagen om 12 uur 's middags op dezelfde
plaats staan. Pas op 24 juni wordt een opwaartse beweging
zichtbaar en vandaar dus dit feest op 24 juni. De dagen
ervoor wordt er al gefeest en vooral veel gedronken maar
de echte happening begint de 24ste
's ochtends bij de ruïnes van Coricancha. Vanuit hier vertrekt
de parade met 'Inca koning en koningin', allen verkleed
in Inca kledij, naar de Plaza de Armas en verder. De optocht
eindigt uiteindelijk bij de ruïnes van Sacsayhuamán ook
wel 'sexy woman' genoemd. Meer dan 200.000 mensen komen
hier samen om het optreden (ruim 500 figuranten) bij te
wonen. Kaartjes om het hele gebeuren van dichtbij te zien
kosten maar liefst 80 dollar maar de meesten bekijken de
happening vanaf de omliggende heuvels. Wij dus ook. Vroeger
werd er een heuse lama geslacht maar dat is inmiddels verboden.
Toen
het feest eenmaal voorbij was, vertrokken gelukkig ook de
meeste toeristen en dat maakte Cusco een stuk aangenamer.
Bovendien konden we nu ook de Inca ruïnes in de omgeving
van Cusco bezoeken zoals die van Tambo Machay, Puca Pucara,
Qenko en Sacsayhuamán (maar nu zonder feestgedruis). Aangezien
we de Inca Trail gingen lopen, wilden we de Heilige Vallei
voor later bewaren en het een beetje rustig aandoen. De
avond voor onze Inca Trail hebben we nog een korte briefing
gehad bij SAS Travel, waar we onze trip hadden geboekt (www.sastravelperu.com).
In 20 minuten werden we voorgesteld aan onze gidsen, Leo
en José, en kregen we meer uitleg over de tocht. Ook ontvingen
we een grote tas om onze bagage (9 kilo) en de zeer dunne
matrasjes (via SAS gehuurd) in te doen. Slaapzakken hadden
we zelf al 3 maanden lopen meeslepen.
Inca
Trail
En
toen was het zover! Vanuit Cusco al vroeg met de bus vertrokken
naar Ollantaytambo. Hier nog even met z'n allen ontbeten
en vervolgens met de bus verder gereden naar kilometerpaal
82. Hier ontmoetten we de dragers, die onze 9 kilo aan bagage
zouden meesjouwen. Besloten om geen bamboestokken te kopen
(slechts 1 dollar) aangezien we wandelstokken tijdens eerdere
hikes als ondingen hebben ervaren. Na de verplichte, administratieve
handelingen aan het begin van de Inca Trail dan eindelijk
begonnen met de tocht. Er zijn meerdere trails naar de heilige
stad Machu Picchu, onze route ging over de heilige trail.
Een goed begin is het halve werk en dus namen we eerst een
hangbrug (vindt Inge altijd erg fijn) over de Urubamba rivier,
kwamen de muskieten ons aan de overkant tegemoet, bleek
de zon wel erg fel te zijn en was het eerste kwartier al
meteen zwaarder dan we hadden gedacht. Maar, daarna bleek
het een prima wandeling langs kleine hutjes, Inca ruïnes
en prachtige natuur. Aangekomen bij onze lunchplek bleek
al snel hoe zeer we zouden worden verwend. De dragers (die
in een heel wat rapper tempo de trail lopen met 25 kilo
op hun rug en daarvoor slechts een hongerloontje krijgen)
hadden al een grote tent opgezet waar we een heerlijke lunch
geserveerd kregen (3 gangen). We zijn geen enkele kilo kwijtgeraakt
tijdens de Inca Trail want de maaltijden tijdens deze tocht
waren de beste tot nu toe! Onderweg nog wat kindersnoetjes
aan het lachen weten te krijgen door ballonnen en plakplaatjes
uit te delen. Eenmaal op de campsite bleken de tentjes ook
al klaar te staan...
Na
een mindere nacht (koud en door een lichte helling tegen
het tentdoek aangeplakt) werden we gewekt met een: ¨Goede
morgen, lusten jullie een kopje thee?¨ De cocathee, goed
tegen de hoogte en met echte cocabladeren, maakte plaats
voor kamillethee omdat we van de cocathee maagpijn kregen.
De tweede dag was flink zwaarder omdat we 'Dead Woman's
Pass' over moesten. Zo genoemd omdat je in de formatie van
de bergen een vrouw op haar rug zou zien liggen. Na elke
100 meter klimmen moest er weer gestopt worden om op adem
te komen. Na veel gepuf bij de pas aangekomen, het hoogste
punt van onze tocht: 4200 meter. Na dit moment te hebben
vastgelegd op een groepsfoto (we hadden echt een geweldige
groep van 13 man uit: Engeland, Ierland en de USA) begon
het dalen... Als het aan Inge lag, zouden we alleen maar
klimmen. Het viel namelijk niet mee om via ongelijke en
veel te hoge treden te moeten dalen, funest voor je knieën.
Aangekomen bij de campsite voor de tweede nacht, viel iedereen
zowat neer. Na weer prima te hebben gegeten, dook iedereen
redelijk op tijd zijn tent in. Aangezien deze nacht nog
kouder zou worden, werden onze waterflessen gevuld met kokend
water en hadden we ieder een eigen kruikje. Geen luxe waren
trouwens de smerige wc's (met name hurktoiletten) en jezelf
wassen behoorde ook niet echt tot de mogelijkheden...
De
volgende ochtend bleken we wederom tegen het tentdoek geplakt
en hadden we het 's nachts, ondanks het kruikje, toch nog
koud gehad. Het kopje warme thee maakte dit meer dan goed.
Na een stevig ontbijt begon het geklim opnieuw en eerlijk
gezegd vonden wij deze dag net zo zwaar of misschien nog
wel zwaarder dan de tweede dag. Bovendien werkte het weer
even niet mee. Na 2 dagen zon was het nu mistig en regenachtig.
De ruïnes van Runkurakay bezocht en vervolgens doorgeklommen
naar de ruïnes van Sayamarca. Deze laatste plek gaf een
goed beeld van de rituele baden, hun ingenieus watermanagement
en typische bouwtechnieken. Door de mist helaas weinig kunnen
zien van wat normaal een 'unforgettable' uitzicht zou moeten
zijn. Na de derde en laatste pas (4000 meter) de ruïnes
van Puyupatamarca ofwel 'stad boven de wolken' bezocht.
Daarna ging het, via steile en smalle treden, weer 'downhill'.
Kwamen één voor één de campsite
binnengestrompeld... Popcorn en thee stond alweer klaar.
Hierna kon je de ruïnes van Huinay Huayna bezoeken maar
omdat het al bijna donker was, hebben we deze ruïnes laten
schieten en gekozen voor een warme douche. Na het eten een
kleine dankceremonie voor de dragers en de kok gehouden
en vroeg naar bed gegaan. Onze knieën waren zo pijnlijk
dat buigen maar moeizaam ging. Een toiletgang van Inge duurde
zowat 20 minuten!
Maar,
Ibuprofen doet wonderen en zo konden we de volgende dag
weer fris op pad. Al vroeg, om 4 uur, werden we gewekt.
De poorten van het park zouden pas om half zes opengaan
maar om niet achteraan in de rij te komen staan, stonden
we dus al om 5 uur te wachten. Daarna een uur lang met hoofdlamp
in het donker gelopen met een afgrond aan de ene kant (maar
goed dat je niets zag in het donker) en jungle aan de andere
kant. Na een flinke klim aangekomen bij de Sungate ofwel
Inti Punku waar we in de verte Machu Picchu zagen liggen.
Indrukwekkend! Het duurde nog zo'n 40 minuten voordat we
echt bij het complex waren en daar bleken helaas al mensen
in de ruïnes te zijn. De site gaat blijkbaar al om 06.00
uur open, niks geploeter gewoon met de trein. Na bijna twee
uur met onze gidsen door de ruïnes te hebben gelopen vervolgens
zelf nog wat lopen slenteren door dit nog niet eens zo oude
complex, van 1200 tot 1400 na Christus.
Met
de bus vervolgens naar Aguas Calientes gegaan waar een lekkere
lunch werd geserveerd. Na nog even door het toeristische
plaatsje te hebben gewandeld, met z'n allen de trein gepakt
naar Ollantaytambo en hier in de bus gestapt naar Cusco.
De Inca Trail en Macchu Picchu vonden we, naast de Galapagos
eilanden, één van de hoogtepunten van onze
reis en is echt een aanrader!
Cusco,
Ollantaytambo & Pisac
Eenmaal
weer terug in Cusco de stad nog wat verder verkend en op
eigen houtje (taxi geregeld) een trip gemaakt naar de Heilige
Vallei om de Inca ruïnes van Ollantaytambo en Pisac te bezichtigen.
Beide sites vonden we de moeite waard en liggen in een prachtige
omgeving. In Pisac ook de markt bezocht en enkele souvenirs
gekocht. We wilden met de bus teruggaan maar dat bleek niet
zo gemakkelijk. Blijkbaar is het op marktdagen altijd erg
druk en iedereen wil met de bus mee. We hebben dan ook heel
wat bussen moeten laten schieten, propvol zaten ze. Uiteindelijk
nog moeten staan maar we hadden tenminste een terugrit.
Niños
project & Stichting HoPe
Zoals hierboven al verteld, hebben we in Cusco overnacht
in één van de drie Niños hotels. Niet echt goedkoop voor
de budgetreiziger maar het idee dat we hiermee een goed
doel konden steunen, sprak ons erg aan. De kamers zijn dik
in orde, ze hebben warm water (en kacheltjes), het eten
is heerlijk en het personeel ontzettend vriendelijk. In
1996 vertrok Jolanda van den Berg voorgoed naar Peru om
hier straatkinderen te gaan helpen. Ze begon met het adopteren
van enkele kinderen (gezin groeide uit tot 12), waarna er
nog 2 adoptiegezinnen bijkwamen, er 5 restaurants speciaal
voor maar liefst 500 straatkinderen werden geopend en er
in totaal 3 hotels werden gebouwd om niet geheel afhankelijk
te zijn van donateurs. We hebben twee van deze restaurants
bezocht, één daarvan bevond zich achter ons hotel Niños
II. Het project en het hotel worden strikt gescheiden gehouden
en de restaurants bezoek je als de kinderen afwezig zijn.
In de loop van de ochtend komen de kinderen bijna geruisloos
binnen. Nou ja, op een paar na waardoor een wekker niet
echt nodig was. In Cusco blijken naar schatting nog duizenden
kinderen op straat te leven, de meeste afkomstig uit afgelegen,
armoedige bergdorpjes. Veel ouders hopen op een betere toekomst
voor hun kroost, sturen daarom hun kinderen naar school
in Cusco en huren hier vaak voor weinig geld een kamertje.
De kinderen, vaak niet ouder dan een jaar of 7, moeten het
zelf zien te rooien (al komen sommige ouders één keer in
de maand wat geld brengen) of worden achtergelaten bij een
ver familielid, die vaak op meerdere vlakken misbruik van
de kinderen maakt. Met name via scholen worden de armste
kinderen eruit gepikt en hen wordt, indien mogelijk met
toestemming van de ouders, 2 keer per dag, 6 dagen in de
week, een maaltijd aangeboden in één van de kinderrestaurants.
Ook wordt geleerd hoe belangrijk hygiëne is, worden ze geholpen
met het maken van huiswerk en krijgen ze gymles (voor velen
een uitlaatklep om hun agressie kwijt te raken). Drie keer
per week is er een arts in huis (veel kinderen hebben last
van telkens weer terugkerende parasieten en luizen) en ook
tandartsbezoeken worden geregeld. De faciliteiten zien er
prima uit maar als je beseft dat ze maar 2 keer per week
onder de douche kunnen omdat elke dag 125 kinderen schoonschrobben
niet haalbaar is, moet je toch wel even slikken. Aanvankelijk
wilden ze niet eens onder de douche want voorheen deden
ze dit ook niet en je onderbroek uittrekken was al helemaal
taboe! Het grote minpunt van Niños vinden we het
feit dat het een 'dagopvang' is en veel kinderen het 's
avonds toch weer in hun eentje, of met broers en zusjes,
moeten zien te redden. Bovendien mogen ze maar tot hun 12de
jaar de restaurants bezoeken. We begrijpen dat je ergens
een grens moet trekken maar 12 jaar is wel erg jong om op
eigen benen te moeten staan! We hopen dan ook dat in de
toekomst deze leeftijdsgrens wordt veranderd of dat er een
apart project voor de oudere kinderen wordt gestart. Voor
nu hopen we dat ze in ieder geval een goede basis krijgen.
Ook nog geprobeerd om één van de projecten van Stichting
HoPe in de afgelegen bergdorpjes te bezoeken maar dat is
niet meer gelukt. In de tijd dat wij in Cusco zaten, ging
niemand van Stichting HoPe richting één van deze dorpjes.
Wel veel informatie over de verschillende projecten te horen
gekregen tijdens een bezoek aan een jongenstehuis in Cusco,
waar HoPe overdag een recreatieprogramma aanbiedt. Erg interessant
om te vernemen dat de lokale bevolking bij de projecten
wordt betrokken. Wat heeft het voor zin als de mensen zelf
niet achter een project blijken te staan? Zo hoorden wij
in Nicaragua het verhaal van een gebouwde waterput die niet
meer wordt gebruikt omdat de bevolking liever vies water
uit de dichtbij gelegen rivier haalt dan uren moet lopen
naar zo'n waterput.
Met
dank aan familie, vrienden en collega's hebben we wederom
een mooi bedrag aan beide projecten kunnen schenken!
Puno
Gelukkig
nog net een bus kunnen regelen voor de dag dat we wilden
vertrekken aangezien de volgende dag de wegen geblokkeerd
zouden zijn ivm stakende boeren. Puno ligt op maar liefst
3830 meter hoogte aan het Titicaca meer en vonden wij niet
zo bijzonder. Het heeft één leuk straatje maar daar is alles
mee gezegd. We hadden een kamer in het Pinos hotel dat volgens
de Lonely Planet geweldig zou zijn, met name qua vriendelijkheid.
Dat vonden wij dus niet. Er bleek geen 24 uur warm water
te zijn (al hadden we dit maar liefst 4 keer gevraagd) en
vriendelijk waren ze absoluut niet. Toch na het ontbijt
gevraagd of we nog een nacht konden blijven aangezien de
kamer wel oké was. Dit bleek geen probleem. Totdat
de eigenaar ineens kwam vertellen dat we acuut moesten vertrekken,
er was toch eigenlijk geen plek meer. Hij begon over bestaande
reserveringen en dat we meteen onze kamer moesten verlaten.
Inmiddels was het al 09.00 uur en om 09.15 werden we opgehaald
voor een trip naar de rieteilanden. Volgens hem zouden de
volgende gasten pas 's avonds arriveren en dus vroegen we
of we de tassen na de trip mochten inpakken. Dit was absoluut
onmogelijk en we moesten in een kwartier tijd de hele zooi
inpakken. Begrepen er niets van. Waarschijnlijk hebben ze
bewust niet gevraagd hoe lang we wilden blijven om zo toch
een kamer gevuld te hebben. 's Ochtends zullen er wel gasten
naar een kamer hebben gevraagd en dan voor meer nachten
dan dat wij voor ogen hadden. De eigenaar was een vreselijke
vent en uiteindelijk zijn we behoorlijk over de pis vertrokken.
Onze spullen in het busje gelegd dat ons kwam halen voor
de trip naar de rieteilanden en al rijdend door Puno het
Uros hotel geregeld: vriendelijke mensen en heel wat goedkoper.
Na
dit gezeur, 's ochtends toch nog genoten van de (ietwat
toeristische) trip naar de Uros rieteilanden in het meer
van Titicaca. De Uros hebben jaren geleden hun toevlucht
gezocht op deze eilanden van riet om te ontsnappen aan de
heerszucht van de Colla's en Inca's en wonen daar nog steeds.
's Middags nog een trip gemaakt naar de graftorens van Sillustani,
waarin de Colla's hun overledenen, zittend en wel, begroeven.
Arequipa
Vanuit Puno de bus gepakt naar Bolivia en na 3 weken weer
via Puno in Peru teruggekeerd. In Puno moeten overstappen
op de bus naar Arequipa en deze tocht (met Alas del Sur)
was weer eens zeer onprettig: slechte weg, een te hard rijdende
chauffeur en koud! In Juliaca hebben we een uur gewacht
om de bus vol te krijgen. Laat in Arequipa aangekomen waar
we werden opgehaald door iemand van ons geboekte hotel.
De kamer bleek niet super de super maar niet duur dus toch
maar gebleven.
Arequipa,
de 2de stad van Peru, vonden we echt geweldig. Het weer
is aangenaam, de mensen zijn vriendelijk en de stad is mooi
en gezellig. De meeste huizen zijn wit en Arequipa wordt
dan ook 'la Ciudad Blanca' genoemd. Het Santa Catalina klooster
is een aanrader, net als het museum waar Juanita is te zien.
Juanita, gevonden op de berg Ampato, was één van de uitverkoren
kinderen, die door de Inca's werd geofferd om hun goden
gunstig te stemmen. Omdat ze al die jaren in het ijs heeft
gelegen, is haar lichaam nog helemaal intact (zie foto's
van haar op http://www.ucsm.edu.pe/santury).
Colca
Canyon
Uiteraard
net als alle andere toeristen ook een bezoek gebracht aan
de Colca Canyon in de hoop condors te spotten. Een trip
geboekt bij Giardino (alles prima geregeld) en voor 2 dagen
er op uit getrokken. Onderweg mooie uitzichten op vulkanen
en ook nog een aantal lama's, alpaca's en vicuñas gezien.
's Avonds heerlijk gebadderd in de thermaal-baden van het
dorpje Chivay. De volgende dag al vroeg vertrokken naar
Cruz del Condor waar we na een kwartiertje wachten de één
na de andere condor voorbij zagen vliegen. Zelfs vlak boven
je hoofd, absoluut de moeite waard!
Nazca
Vanuit Arequipa de nachtbus naar Nazca gepakt waar we onze
spullen mochten stallen bij hotel Alegria (de dag ervoor
zo geregeld). Hier een licht ontbijt genomen omdat we rond
11.00 uur over de Nazca Lijnen zouden vliegen en ondanks
dat dit volgens vele geen prettige vlucht is, is dit wel
de beste manier om de lijnen te zien. De betekenis van deze
lijnen en figuren, midden in de woestijn en gemaakt door
de Nazca's, zijn tot op de dag van vandaag een raadsel,
al zijn er genoeg theorieën bedacht. Ivm de mist werd
de vlucht echter verschoven naar de namiddag en bezochten
we eerst het Cementerio de Chauchilla. Dit kerkhof werd
tussen 1000 en 1300 voor Chr. door de Nazca's gebruikt.
Voorheen lagen de mummies kriskras door de woestijn, door
grafschenders zo achterge-laten, maar nu zijn ze in een
twaalftal graven ondergebracht. Wij vonden het er maar luguber
uitzien. Terug
in Nazca, na een lichte lunch, nog een beetje rondgelopen
en vervolgens met Alegria Tours naar het vliegveld gegaan.
Hier bleek echter dat er geen reservering was gemaakt, voor
niemand van onze groep! Na een hoop gezeur werd ons gezegd
dat één koppel moest splisten of dat er anders niemand meer
zou vliegen. Gelukkig mochten wij samen en dus stapten we,
na bijna anderhalf uur wachten, in een piepklein vliegtuig.
Voor de zekerheid toch maar een reistabletje genomen. Stijgen
ging prima en de vlucht leek ook niet verkeerd, totdat we
scherpe bochten gingen maken om de figuren zowel links als
rechts goed te kunnen zien. Dat viel vooral bij Inge niet
goed en het kotszakje, dat we alweer 4 maanden meesleepten,
moest er dit keer aan geloven! Ondanks dat ze toch nog zo'n
7 van de 13 figuren wist te bewonderen, was ze vooral enorm
opgelucht toen we weer op de grond stonden.
Huacachina
& Ica
Nog half misselijk onze spullen opgehaald en later dan gepland
de bus gepakt naar Ica, waar we pas om 21.30 uur aankwamen.
Hier in een motortaxi gesprongen en na een lange dag dan
eindelijk in Huacachina aangekomen, waar we een kamer hadden
gereserveerd in Hostal La Rocha. Kamer was op zich oké maar
omdat we hier 4 nachten zouden blijven, was het volgens
het kereltje beter om de volgende dag te verhuizen naar
een betere kamer met meer licht van buiten. Na een bezoek
aan de bodega / wijngaard El Catador en het museum Regional
(in 2004 zijn hier drie kleden van de Wari en Paracas cultuur
gestolen met een waarde van maar liefst 1 miljoen dollar
per stuk) kregen we onze 'nieuwe' kamer te zien. Het was
echter net een afwerkhok en we begrepen niet waarom we moesten
verkassen. Deze kamer was echt 10 keer slechter dan onze
vorige kamer maar terug konden we niet want daar zat nu
alweer iemand anders in! We hadden geen zin meer om te blijven
en vertrokken naar een ander hotel. De meeste hotels zaten
vol, zelfs de duurdere maar uiteindelijk een prima plek
gevonden in hotel El Huacachinero (redelijk nieuw en dus
nog niet beschreven in de reisgidsen). Lekker eten, een
prima kamer en een groot zwembad in de tuin. Huacachina
zelf is een plaatsje van niks maar ligt midden in de duinen
en is dus dé plek om te sandboarden. Met een zandbuggy
cross je dwars door de duinen en halverwege wordt er gestopt
om te sandboarden. In het begin waren we wat afwachtend
maar eenmaal op de 'plank' gaf het echt een enorme kick!
Het zand zat na afloop tot in onze onderbroeken...
Lima
Een
korte rit bracht ons weer in Lima, van waar we weer terug
naar Nederland zouden vliegen. Nog even lekker genoten van
het zonnetje in de gezellige wijk Miraflores (ligt aan zee)
en een bezoek gebracht aan het museum Larco, waar we met
name de sectie van 'potjes met erotische plaatjes' erg interessant
vonden. 's Avonds, in het gigantische winkelcentrum Jockey
Mall, Pirates of the Caribbean (Dead Man's Chest) gezien.
Na afloop de taxi gepakt maar we kregen panne en stonden
midden op de snelweg stil! Beetje lastig om daar een andere
taxi aan te houden maar met hulp van de politie is het toch
gelukt. De volgende dag was het dan echt voorbij en vlogen
we weer naar huis...
Terug
naar top
|